Jeugdcriminaliteit komt overal ter wereld voor. Dit varieert van ‘onschuldige gedragingen’ tot aan zware feiten gepleegd door minderjarigen. De criminaliteitsbeeldanalyse uit 2013 toont aan dat jeugdcriminaliteit een groot probleem vormt op Aruba. In de regel lijkt het aantal jeugdige verdachten dat per jaar bij het Openbaar Ministerie in beeld komt tussen de 90 en de 100. De afwezigheid van een gerichte aanpak van deze jonge criminelen levert een aanzienlijk risico op voor de maatschappij, nu deze jongeren zich ongestoord (kunnen) ontwikkelen in de criminaliteit zonder dat zij daarvan de gevolgen ondervinden.
Het Openbaar Ministerie deelt de zorgen omtrent de ontwikkeling van jeugdcriminaliteit. Het aantal strafbare feiten gepleegd door minderjarigen evenals de ernst van de gepleegde strafbare feiten is regelmatig ernstig tot zeer ernstig. De impact die jeugdcriminaliteit op de samenleving heeft, is niet te miskennen. Jongeren die zich bezighouden met gewapende (roof)overvallen, verkrachting of drugshandel en daarbij het gebruik van excessief geweld niet schuwen, zorgen voor sterke gevoelens van onveiligheid in de samenleving. Ook het land Aruba ondervindt schade, doordat deze jongeren al vroeg buiten de samenleving vallen. Zij bouwen geen toekomst op en dragen op deze manier weinig bij aan het welvaartsniveau. De aanpak van jeugdcriminaliteit heeft dan ook absolute prioriteit voor het Openbaar Ministerie.
Indien een minderjarige wordt verdacht van het plegen van een strafbaar feit, dan komt het Openbaar Ministerie in beeld. Het Openbaar Ministerie heeft een speciale jeugdofficier om de zaken van minderjarigen te behandelen. De jeugdofficier heeft in deze zaken de regierol. Er zijn zowel civielrechtelijke (ondertoezichtstelling of uithuisplaatsing) als strafrechtelijke maatregelen. Het uitgangspunt van het Openbaar Ministerie is dat minderjarigen alleen in die gevallen worden opgesloten als het niet anders kan. In elke zaak wordt bekeken wat de beste aanpak is. Om te beoordelen wat de beste afdoeningsbeslissing voor de jongere is, wordt de casus ingebracht in het Jeugdoverleg. Aan dit overleg nemen naast het Openbaar Ministerie, de Directie Voogdijraad, de Reclassering en de Jeugd- en Zedenpolitie deel.
Bij jonge criminelen in Aruba is veelal sprake van sociale problematiek. Het tijdig onderkennen van de sociale problematiek is van groot belang om in een zo vroeg mogelijk stadium maatregelen te kunnen treffen. Dit vraagt om een ketenoverstijgende aanpak. Het Veiligheidshuis vervult hierin een belangrijke rol. Het gaat dan om jongeren waarbij ingrijpen door zowel de strafketen als de zorgketen en het onderwijs noodzakelijk is. In het Veiligheidshuis wordt gestreefd naar een duurzame oplossing in de vorm van behandeling van de jongere in plaats van bestraffing en het Veiligheidshuis levert om die reden een waardevolle bijdrage in de preventie van jeugdcriminaliteit.
Het Openbaar Ministerie doet zaken tegen minderjarigen ook af tijdens TOM-zittingen (‘taakstraf openbare ministerie’-zitting). Een TOM-zitting is een op snelheid gerichte afdoening van relatief eenvoudige strafzaken met inachtneming van zowel de juridische als de maatschappelijke context, waarbij de belangen van het slachtoffer worden meegewogen en de samenwerking gezocht wordt met de ketenpartners zoals de Directie Voogdijraad en de Reclassering. Het Openbaar Ministerie zal de jongere een voorstel doen om strafvervolging te voorkomen. Dit kan bijvoorbeeld een werkstraf of een leertraject zijn.
Een belangrijk knelpunt in de aanpak van jeugdcriminaliteit is dat het Openbaar Ministerie en de rechtbank beschikken over onvoldoende mogelijkheden om aan jeugdigen die worden verdacht van een ernstig strafbaar feit, een sanctie op maat op te leggen. Hoewel het wetboek van strafrecht voldoende mogelijkheden biedt ten aanzien van het jeugdstrafrecht (de artt. 1:157 e.v.), schiet het in de praktijk tekort aan uitvoeringsmogelijkheden. Hierdoor worden veel jongeren via jeugddetentie gestraft. De jeugdafdeling in het Korrektie Instituut Aruba waar de vrijheidsbenemende straffen worden geëxecuteerd, is beperkt in zijn middelen om een jongere te resocialiseren en recidive te voorkomen, aangezien er weinig jeugddeskundigen aanwezig zijn en er een zeer beperkt resocialisatieprogramma is. Daar wordt echter wel aan gewerkt. De jeugddetentie is ook beperkt in de mogelijkheid om te differentiëren, waardoor alle gedetineerde jongeren samen gedetineerd zijn wat kan leiden tot criminele infectie doordat first offenders in aanraking komen met zwaardere gedetineerden. Het Openbaar Ministerie zou graag zien dat er een justitiële jeugdinrichting komt op Aruba en zal zich hiervoor blijven uitspreken.
Kortom, er valt nog veel winst te behalen in de aanpak van jeugdcriminaliteit. Het Openbaar Ministerie beschouwt het als een inspanningsverplichting om tezamen met de ketenpartners binnen en buiten het Veiligheidshuis, waaronder de Reclassering, Korps Politie Aruba, Voogdijraad, Sociale Zaken e.a., te streven naar een integrale en effectieve sluitende aanpak in de bestrijding van jeugdcriminaliteit.