Richtlijn Atraco’s (overvallen)
Rechtskarakter
Aanwijzing in de zin van artikel VI. 26 Staatsregeling Aruba, artikel 14 van het Wetboek van Strafvordering, artikel 3 en 4 van de Landsverordening op het Openbaar Ministerie en artikel 8 van de Landsverordening politie.
Afzender
procureur-generaal van Aruba
Adressaat
- Hoofdofficier van justitie van Aruba
- Korpschef politie Aruba
- Directeur Kustwacht
- Commandant der Koninklijke Marechaussee
- Diensthoofden (overige) opsporingsinstanties op Aruba
- President van het Gemeenschappelijk Hof van Aruba, Curaçao, Sint Maarten en Bonaire, Sint Eustatius en Saba
- Orde van Advocaten
Registratienummer
7936/2021
Datum inwerkingtreding
11 februari 2021
ACHTERGROND
Deze aanwijzing heeft betrekking op de opsporing en de vervolging van meerderjarige personen die overvallen plegen.
ALGEMEEN
Deze aanwijzing is van toepassing op overvallen op straat (straatroof), overvallen in besloten plaatsen, bedrijven en woningen. Onder bedrijven is begrepen overvallen op taxichauffeurs, beroepsmatig vervoer van geld, zoals geld- en waardetransporten, pizzakoeriers e.d. of personen met dagopbrengsten. De richtlijn ziet niet op winkeldiefstal gevolgd door geweld of bedreiging met geweld. We spreken van een overval (atraco) als dieven dreigen met geweld of gebruikmaken van geweld. Straatroof is een vorm van diefstal met geweld. Meestal gaat het dan om een beroving van een burger waarbij een tas, geld, telefoon of iets dergelijks wordt buit gemaakt. Dat kan bijvoorbeeld gebeuren bij een geldautomaat, ‘s avonds op straat, in een park of voor een rood verkeerslicht.
Met de inzet van het strafrecht en zeker met de daadwerkelijke straftoemeting worden doelen nagestreefd. Vanouds wordt veel gewicht toegekend aan generale preventie (normbevestiging en afschrikking) en speciale preventie (beveiliging en resocialisatie). Daarnaast wordt ook veel belang gehecht aan herstel van de gevolgen van de inbreuk op de rechten van de getroffen burgers (genoegdoening aan het slachtoffer van een strafbaar feit, herstel in de oude toestand) en het toepassen van zorg binnen een strafrechtelijke interventie.
Het OM streeft naar interventies die een voelbare normbevestiging alsmede een zichtbare reactie op criminaliteit opleveren en maximaal bijdragen aan herstel van het toegebrachte leed. De sanctie dient in verhouding te staan tot de ernst van het feit, de omstandigheden waaronder het is gepleegd en de persoon van de verdachte. Aansluiten bij de concrete problemen van burgers betekent dat interventies zichtbaar, merkbaar en herkenbaar moeten zijn voor slachtoffers, daders én de buurt waarin het delict is gepleegd.
Schadevergoeding
Op het OM rust mede de verantwoordelijkheid om genoegdoening voor slachtoffers en nabestaanden na te streven. Het OM betrekt de belangen van slachtoffers bij de afdoeningsbeslissing. Uitgangspunt is dat in alle strafzaken met slachtoffers/schade de (totale) schade door de dader(s) dient te worden vergoed. Bij de beslissing over de wijze van afdoen van de strafzaak wordt daarom schadevergoeding aan het/de slachtoffer(s) als verplicht element meegenomen en conservatoir beslag ten behoeve van schadevergoeding aan het slachtoffer nadrukkelijk overwogen.
Criminaliteit veroorzaakt tevens een grote maatschappelijke schadepost. Een groot deel van deze schade, met name letselschade, wordt niet geclaimd door slachtoffers omdat de “samenleving” deze kosten via verzekeringen of rechtstreeks (overheden) voor haar rekening neemt. Indien toegebrachte schade wordt gedragen door de samenleving of als er sprake is van restschade die niet rechtstreeks te verhalen is op de dader of niet (volledig) is te claimen bij de verzekeraar, dient de officier van justitie te overwegen om naast een taakstraf of vrijheidsstraf storting van geld in een waarborgfonds geweldsmisdrijven of ander fonds ten gunste van slachtoffers op te leggen of te vorderen in het kader van een bijzondere voorwaarde bij een (deels) voorwaardelijke straf.
Indien er ten tijde van de vervolgingsbeslissing of het formuleren van de eis ter terechtzitting door de verdachte geen schade is vergoed en er aanwijzingen zijn dat de verdachte niet in staat is om de door hem veroorzaakte schade binnen afzienbare termijn te vergoeden, kan afhankelijk van de omvang van de schade gekozen worden voor een andere strafmodaliteit (taakstraf en/of onvoorwaardelijke gevangenisstraf) en/of een kwantitatieve verhoging van de strafbeschikking, transactie of eis ter terechtzitting. Een eventuele vordering tot toepassing van de schadevergoedingsmaatregel en/of de aanwezigheid van een wettelijke voorschotregeling doet daar niet aan af.
Ontneming
Veel delicten zijn gericht op geldelijk gewin. Geld is drijfveer, motief en opbrengst van beroepscriminaliteit. Daarom is het afpakken van het wederrechtelijk genoten voordeel uitgangspunt. Als misdaad niet loont, verdwijnt een belangrijke prikkel om delicten te plegen. Bovendien is het belangrijk te voorkómen dat criminele winsten worden geherinvesteerd. Dat zijn de richtinggevende gedachten achter het afpakken van criminele winsten, bij georganiseerde en ondermijnende misdaad én bij kleinere, veelvoorkomende criminaliteit. Het doel is zichtbaar en voelbaar maken dat misdaad niet mag lonen.
Herstel van de verstoorde rechtsorde en voorkomen van recidive
Ook het herstel van de verstoorde rechtsorde en het terugdringen van recidive zijn doelstellingen van het OM. Het voorkomen van recidive dient bevorderd te worden door het opleggen van gedragsaanwijzingen en het vorderen van vrijheidsbeperkende maatregelen en bijzondere voorwaarden. Met name bij ‘first offenders’ die recidivegevoelige delicten plegen kan een geheel of gedeeltelijk voorwaardelijke straf, gericht op effectieve gedragsbeïnvloeding, het meest passend zijn. Daarbij kunnen naast de algemene voorwaarde dat de veroordeelde geen nieuwe strafbare feiten zal plegen ook bijzondere voorwaarden worden ingezet. Het instrument van de voorwaardelijke sanctiemodaliteiten kan meerdere doelen dienen (stok achter de deur, herstel van geleden schade, toeleiding naar zorg en resocialisatie) en draagt bewezen bij aan het beperken en voorkomen van recidive.
Wapengebruik
Indien bij een overval een wapen wordt gehanteerd om dit delict een grotere impact te geven, wordt dit strafverzwarend meegewogen. Naarmate de globale gevaarzetting van het wapen groter is, is de dreigende werking voor het slachtoffer groter. Bij geweldsdelicten vergroot het de kans op zwaarder letsel. Een zwaardere sanctie is daardoor geïndiceerd en in de richtlijnen opgenomen. Indien gebruik wordt gemaakt van een verboden wapen dient het bezit daarvan tevens te worden vervolgd met het oog op onttrekking aan het verkeer van het wapen.
Fysiek geweld
Vaak speelt fysiek geweld een belangrijke rol bij overvallen. Het slachtoffer en/of de benadeelde ervaart het delict als ernstiger naarmate de aard van het fysieke geweld ernstiger is. Om die reden is in de richtlijn aan het gebruik van zwaar fysiek geweld een strafverzwarende invloed toegekend.
Reclassering
Indien de persoonlijke omstandigheden daartoe aanleiding geven, zal een advies worden gevraagd aan de reclassering. In beginsel wordt geen reclasseringsrapportage aangevraagd voor ontkennende/zwijgende verdachten en/of niet-ingezetenen. Bij hen wordt reclasseringshulp in beginsel niet zinvol geacht. Relevante persoonlijke omstandigheden kunnen in dat geval door de verdachten en of de advocaat (ter zitting) naar voren worden gebracht.
TABEL
Uitgangspunten strafeis ter zitting
Straatroof | Bedrijf/besloten plaats | Woning | |
uitgangspunt | 6 mnd gvs | 2 jr gvs | 3 jr gvs |
verzwarend | |||
Vermomming | +3 mnd | +3 mnd | + 3 mnd |
Vastbinden/opsluiten | Nvt. | + 6 mnd | + 6 mnd |
Nachtelijke uren | + 6 mnd | + 6 mnd | + 6 mnd |
Medeplegen | + 6 mnd | + 8 mnd | + 12 mnd |
Dreigen met (vuur) wapen | + 6 mnd | + 9 mnd | + 9 mnd |
Gebruik (vuur) wapen | + 9 mnd | + 12 mnd | + 12 mnd |
Zwaar fysiek geweld | + 9 mnd | + 12 mnd | + 12 mnd |
Recidive | + 50% | + 50% | + 50% |
Meerdere overvallen; per overval extra | + 50% tov. zwaarste kwalificatie | + 50% tov. zwaarste kwalificatie | + 50% tov. zwaarste kwalificatie |
Overgangsrecht
Deze aanwijzing is geldig vanaf de datum van inwerkingtreding.
Oranjestad, 11 februari 2021
B. ter Steege
procureur-generaal
Gebruikte afkortingen
GVS = Gevangenisstraf
MND = Maand (en)
Gebruikte begrippen
Recidive = Recidive betekent letterlijk herhaling. De term recidive wordt hoofdzakelijk gebruikt
waar het gaat om het (meermalen) plegen van strafbare feiten.
Reclassering = De instantie die veroordeelden na het uitzitten van hun straf helpt bij hun terugkeer in
de samenleving. Daarnaast begeleidt de reclassering bij het uitvoeren van
taakstraffen. Wanneer personen als bijzondere voorwaarde bij een voorwaardelijke
straf opgelegd hebben gekregen dat zij onder toezicht staan van de reclassering, speelt
deze instantie ook een toezichthoudende rol.