Richtlijn verbaliseren onder nummer

Rechtskarakter

Aanwijzing in de zin van artikel Vl. 26 Staatsregeling Aruba, artikel 14 van het Wetboek van Strafvordering, artikel 3 en 4 van de Landsverordening op het Openbaar Ministerie en artikel 8 van de Landsverordening politie.

Afzender

Procureur-generaal van Aruba

Adressaat

  • Hoofdofficier van justitie van Aruba
  • Korpschef politie Aruba
  • Commandant der Koninklijke Marechaussee
  • Diensthoofden (overige) opsporingsinstanties op Aruba
  • President van het Gemeenschappelijk Hof van Aruba, Curaçao, Sint-Maarten en Bonaire, SintEustatius en Saba
  • Orde van Advocaten

Registratienummer 2022/ 1/04166

Datum inwerkingtreding

Deze richtlijn treedt in werking op de eerste dag van de maand na de vaststelling van de richtlijn.

Achtergrond

De procureur-generaal van Aruba stelt met deze richtlijn aanvullende regels vast over de wijze waarop opsporingsdiensten de processen-verbaal die worden opgemaakt dienen te ondertekenen. Deze richtlijn kan worden aangehaald als de richtlijn “Verbaliseren onder nummer”.

Algemeen

Het komt voor dat er door opsporingsdiensten onderzoeken worden gedaan die naar hun aard zodanig gevoelig kunnen zijn, dat het voor de verbaliserende opsporingsambtenaren van belang is dat zij anoniem dienen te blijven. Zeker in de kleine gemeenschap die Aruba is, kan de naam van een verbalisant onder een proces-verbaal tot repercussies leiden voor die verbalisant of zijn of haar familieleden.

Overweging

Tijdens het strafrechtelijk onderzoek worden door de overheid activiteiten verricht die inbreuk op rechten en vrijheden van burgers met zich kunnen meebrengen. Die rechten zijn onder meer neergelegd in de Staatsregeling en het Europees Verdrag tot bescherming van de Rechten van de Mens (EVRM). Zo zal het optreden gebaseerd moeten zijn op een wettelijke grondslag en dient de opsporingsambtenaar zich te houden aan eisen van het ongeschreven recht, waaronder de beginselen van proportionaliteit en subsidiariteit. Het is van groot belang dat het opsporingsproces i.c. het handelen van een opsporingsambtenaar controleerbaar is.

Het afschermen van opsporingsambtenaren dient daarom slechts in uitzonderlijke gevallen te worden toegepast. Het is gebruikelijk dat de opsporingsambtenaren werkzaam bij het Observatieteam, het Arrestatieteam en de opsporingsambtenaren werkzaam bij de Criminele Inlichtingendiensten onder nummer verbaliseren. De redenen daarvoor zijn evident en in de praktijk sinds jaar en dag geaccepteerd door de rechter. Er is geen reden om de praktijk op dit punt aan te passen. Deze richtlijn is dan ook slechts van toepassing op opsporingsambtenaren die werkzaam zijn binnen tactische opsporingsonderzoeken.

In opsporingsonderzoeken waarin bescherming van opsporingsambtenaren tegen voorzienbare ernstige intimidatie en/of bedreigingen nodig is, kan het verbaliseren onder nummer worden toegestaan. Dit zal van geval tot geval moeten worden beoordeeld door de rechercheofficier van justitie. De officier van justitie belast met de portefeuille criminele inlichtingen heeft daarbij een adviserende rol.

Uitvoering

In voorkomende gevallen doen de zaaksofficier van justitie en de teamleider van het opsporingsonderzoek een beargumenteerd verzoek aan de rechercheofficier van justitie en aan het hoofd van de desbetreffende opsporingsinstantie dan wel het hoofd opsporing van die organisatie om onder nummer te kunnen verbaliseren.

Na goedkeuring levert de desbetreffende opsporingsinstantie een lijst aan waarbij de opsporingsambtenaren betrokken bij dat onderzoek een nummer krijgen toegewezen. Voor elk onderzoek waarbij werken onder nummer is geaccordeerd wordt een nieuwe lijst gegenereerd. De nummering dient bij ieder onderzoek te wijzigen.

Om misverstanden te voorkomen dient de nummering een referentie te bevatten naar het onderzoek en/of de onderzoeksnaam. Bijvoorbeeld: “Aruba01, Aruba02 etc”.

De lijst wordt door het hoofd van de opsporingsinstantie of het hoofd opsporing van die opsporingsinstantie zorgvuldig bewaard (indien mogelijk in een kluis) en een afschrift wordt aan het Openbaar Ministerie verstrekt bij het indienen van het proces-verbaal van het onderzoek waarin onder nummer is gewerkt. Het Openbaar Ministerie bewaart de lijst in de kluis van de officier belast met criminele inlichtingen.

De teamleider van het opsporingsonderzoek maakt een proces-verbaal op waarin wordt aangegeven dat de in het dossier genoemde opsporingsambtenaren onder nummer allen bij hem bekend zijn en opsporingsambtenaar zijn.

Indien sprake is van een relaas proces-verbaal wordt een paragraaf gewijd aan het werken onder nummer.

OVERGANGSRECHT

Niet van toepassing. Deze richtlijn treedt in werking op de eerste dag van de maand na de vaststelling van de richtlijn.

B. ter Steege
Procureur-generaal

Oranjestad, 8 juli 2022.

Comments are closed.

Close Search Window